Sportfotografie draait om hoge sluitertijden. Je wilt je onderwerp (bijna) altijd in het heetst van de strijd haarscherp vastleggen en daarbij is diafragma en sluitertijd heel belangrijk.
Wat is nodig voor sportfotografie?
- Een camera
- Hoge sluitertijd (om het moment te ‘bevriezen’)
- Een lens met een groot diafragma (f/4 of lager) en een groot brandpuntsafstand
- Hoge ISO-waarde
- Een statief ( om mee te kunnen draaien met het onderwerp)
Camera instellingen
Stel het diafragma van de lens niet te groot in. Dit om onscherpte te voorkomen. Het kan zijn dat alleen de voorkant scherp is terwijl de rest van het onderwerp onscherp wordt. Stel wel zo groot mogelijk in zodat het onderwerp scherp is, maar de achtergrond vaag blijft. Zo wordt het onderwerp volledig geïsoleerd van de achtergrond.
Stel de ISO hoog in, maar zorg ervoor dat deze niet zo hoog staat, dat er zichtbare ruis is. Deze hoge ISO-waarde draagt ook bij aan een hogere sluitertijd.
De lens is heel belangrijk. Vooral bij voetbal en schaatsen zijn grote brandpuntsafstanden normaal, omdat je als fotograaf niet in de buurt van het onderwerp kan komen. Brandpuntsafstanden van 400mm tot 600mm zijn niet ongewoon in deze sporten. Bij deze brandpuntsafstanden is een hoge ISO-waarde niet verplicht, omdat het grote brandpuntsafstand al zorgt voor een onscherpe achtergrond.
Ook de inhoud van deze pagina zal binnenkort worden herschreven